Alles mee? Broodje pindakaas, broodje honing, thermoskan met slappe koffie. Tijd voor ons lunchrondje. Even haar benen strekken.
Binnen een mum van tijd middenin de polder. Aan het landweggetje rechts, volkstuinencomplex VTVS waar menigeen de doperwtjes en worteltjes bij elkaar teelt. Iets verder, in het polderslootje, vader en moeder zwaan slobberend met hun zes jongen in het groene eendenkroos.
Wist je trouwens dat kroos ook wel waterlinzen worden genoemd? En het kleinste bloeiende plantje op Aarde is? Boordevol eiwitten. Ik denk dan direct aan kroosburgers, mét of zonder uitjes.
Zij houdt van dit soort weetjes. Weetjes dicht bij huis.
Nog even en we rijden op de Westfriesedijk. Alleen nog de witte brug over het kanaal passeren.
En dán het moment waar we de dijk op fietsten, wélk punt dan ook, zingt zij vaak…
wie döt mij wat, wie döt mij wat
wie döt mij wat vandage ‘k
heb de banden vol met wind
nee ik heb ja niks te klagen
Liedje van Skik, Op Fietse, mét mondharmonica. Je kent het vast wel. Zo niet? Zou ik het zeker even opzoeken en luisteren. Dat gevoel dus.
Bij de tweede lus aangekomen op dit stukje dijk staat een bankje waar ze pauze neemt. Precies de goede plek voor haar tussen-de-middag-broodje.
Echt smullen!
En dan heb ik het niet over die twee broodjes. Maar dat uitzicht!
Na een stief kwartiertje pauzeren, op dit bankje, met dit panorama, keren we vol energie terug naar haar werkplek.
Mooi rondje hoor.
En dat alles binnen lunchtijd.